Hoe profiteren artsen en patiënten van analytics in de zorg?
Iedere branche digitaliseert in hoog tempo. Ook in de zorg is deze ontwikkeling volop gaande. Het toepassen van data en analytics speelt daarbij een belangrijke rol. Maar hoe zit het met de waarde hiervan voor de zorg? Wat levert analytics op voor de zorgprofessional en patiënt?
De glooiende groene heuvels rond Cary, North Carolina lijken niet de meest voor de hand liggende plek om antwoord op deze vragen te krijgen. Toch is de thuisbasis van SAS de poort tot het mekka van de data-analyse. Het bedrijf gaat er prat op een kwart van de omzet te herinvesteren in onderzoek en ontwikkeling. Daar profiteren ook de zorg en life sciences van.
Artificial intelligence
De heilige graal van data-analytics in de zorg is het creëren van waarde door compleet nieuwe inzichten en behandelingen mogelijk te maken. Technische sleutelwoorden in dit verband zijn artificial intelligence, zelflerende modellen en cognitive computing. Om optimaal rendement te halen uit deze nieuwe instrumenten is input nodig, veel input. Dus proberen de SAS-onderzoekers zoveel mogelijk databestanden af te grazen. Een nieuwe trend in dit verband is het combineren van gestructureerde en ongestructureerde data.
SAS combineert bijvoorbeeld data uit klinische trials of EPD met data uit social media en gezondheidapps en wel op zo’n manier dat het klinische en wetenschappelijke inzichten oplevert. Ook delen tienduizenden mensen dagelijks commentaren over hun behandeling of medicatie. Alleen al op de vraag van de Food and Drug Administration (FDA) waarom HIV-patiënten stoppen met medicatie, konden een miljoen opmerkingen worden gevonden vinden. Ook de vrije tekst die dokters in pathologieverslagen schrijven, bevat een verborgen schat aan informatie. Die patronen wordt pas zichtbaar als je via de juiste algoritmen gaat extraheren, standaardiseren en structureren. En dat kunnen de SAS-computers als de besten; de computers lopen inmiddels bijna 150.000 pathologieverslagen in minder dan een half uur door.
Samenwerking VUmc Cancer Center
Analytisch vermogen, innovatiedrive en rekenkracht, het is om redenen als deze dat het VUmc Cancer Center Amsterdam samenwerking met SAS heeft gezocht. Onder het acroniem CAESAR is het centrum een project gestart met als doel de colorectale kankerzorg te verbeteren door aan de hand van computermodellen behandeluitkomsten te voorspellen.
“De uitkomsten van behandeling lopen op dit moment sterk uiteen”, aldus Geert Kazemier, chirurg en sectorhoofd gastro-intestinale en oncologische chirurgie. “Het lukt ons met de huidige middelen onvoldoende om van tevoren een optimale behandeling te bepalen. In CT-scans zit informatie die je met het blote oog niet kunt zien, maar die wel cruciaal is voor de uitkomsten van behandeling. Daarom bouwen we aan een computermodel dat laat zien of een behandeling wel of niet aanslaat. Tussen nu en tien jaar gaan dat soort hulpmiddelen mede bepalen hoe we patiënten gaan behandelen.”
Computer bedreiging voor dokter?
Kazemier verwacht dat de inzet van data analytics uiteindelijk ook zal leiden tot zowel nieuwe diagnoses als nieuwe definities van diagnoses. Of de computer daarmee een bedreiging vormt voor de positie van de dokter? “Als werkelijk blijkt dat de computer uitkomsten beter kan voorspellen dan de dokter, dan betekent dit dat ons werk verandert. Nu zitten al die gegevens in mijn hoofd en voeden ze mijn chirurgische intuïtie. Ik zou die informatie graag in een herhaalbaar algoritme gieten, want daardoor wordt de zorg voor de individuele patiënt uiteindelijk beter.”
Dit is een samenvatting van het artikel ‘Digitale zorg meer waard dan harde munt’ dat afgelopen maand verscheen in Skipr.